LibreOffice 24.8 Help
Retourneert de matrix met unieke waarden uit een bereik of matrix met waarden.
UNIEK(Matrix, [Op kolom], [Uniek])
Matrix: het bereik of de matrix waaruit unieke waarden moeten worden geretourneerd.
Op kolom: (optioneel) een logische waarde die aangeeft hoe gegevens moeten worden vergeleken: TRUE - vergelijkt gegevens horizontaal voor een overeenkomst van alle cellen in elke kolom, over alle kolommen heen. FALSE of weggelaten (standaard) - vergelijkt gegevens verticaal, voor een overeenkomst van alle cellen van elke rij, over alle rijen heen.
Uniek: (optioneel) Een logische waarde die definieert welke waarden als uniek worden beschouwd. TRUE retourneert waarden die slechts één keer voorkomen. De standaardwaarde is FALSE of weggelaten, waardoor alle afzonderlijke waarden in het bereik of de matrix worden geretourneerd.
De functie UNIEK moet worden ingevoerd als een matrixformule.
Op basis van de onderstaande gegevenstabel retourneren de voorbeelden unieke vermeldingen van cijfers en leeftijden.
{=UNIEK(B1:C10,FALSE(),FALSE())} retourneert de onderstaande matrix. De cijfers en leeftijden van de rijen met de namen Andy en Harry worden slechts één keer geretourneerd. Hetzelfde geldt voor rijen met de naam Eva en Irene.
| Graad | Leeftijd | 
| 3 | 9 | 
| 4 | 10 | 
| 3 | 10 | 
| 5 | 11 | 
| 2 | 8 | 
| 2 | 7 | 
| 1 | 7 | 
{=UNIEK(B1:C10,FALSE(),TRUE())}, with Uniek als TRUE. Geeft de onderstaande matrix terug, waarbij de rijen van Andy, Harry, Eva en Irene zijn weggelaten omdat hun gecombineerde cijfers en leeftijden niet uniek zijn.
| Graad | Leeftijd | 
| 4 | 10 | 
| 3 | 10 | 
| 5 | 11 | 
| 2 | 7 | 
| 1 | 7 | 
COM.MICROSOFT.UNIQUE